EGV

inhaaltechniek

Het is wenselijk dat een kandidaat in voorkomende gevallen op een veilige en juiste wijze kan inhalen. De kandidaat in staat zijn (eenvoudige) inhaalkansen op een veilige wijze te benutten en de procedure op een juiste wijze uit te voeren. Hierbij is het van een belang een goede afweging te maken ten opzichte van het doel en het nut om in te halen.   Uitvoering:
  • herkennen, inschatten en uitvoeren van veilige inhaalmomenten
  • juiste timing op het inhaalmoment (bijv. niet inlopen op voorganger en vervolgens weer afstand creëren, niet onnodig inhaalprocedure inzetten en weer afbreken)
  • juiste volgafstand (minimaal 2 seconden)
  • aanvangspositie voor zicht
  • juist gebruik richtingaanwijzer (niet te vroeg, communicatie met tegemoet komend verkeer e.d.)
  • voldoende snelheidsopbouw voorafgaand aan de passage
  • zo lang mogelijk de optie behouden om de inhaalprocedure te kunnen afbreken
  • tijdens het inhalen zoveel mogelijk links rijden (tegen de linkerkantlijn)
  • tijdig terugkeren naar de eigen weghelft
  • vloeiende tempowisselingen (eventueel handmatig schakelen)
  • vloeiende stuurbewegingen
  • goed comfort gedurende de uitvoering van de gehele inhaalprocedure